Debatteren, wat is dat eigenlijk?
Als je de lessen
Debatteren hebt gevolgd, zul je merken dat je beter kunt uitleggen aan iemand
wat je vindt en waarom je dat vindt. Dat is niet alleen thuis of met vrienden
en vriendinnen heel handig, maar ook op school en tijdens je vervolgstudie,
zelfs als je later werkt.
Je kunt ook
gemakkelijker informatie vinden om je mening te onderbouwen, bent in staat om
die in een samenhangend verhaal te gieten en het is minder eng om in het
openbaar te spreken. Ook leer je samen te werken, want debatteren doe je in een
team. Samen proberen jullie de jury en het publiek te overtuigen van jullie
standpunt. En daarvoor moet je altijd goed naar de andere partij luisteren,
want als je niet hoort wat een ander precies zegt en bedoelt, kun je het ook
niet goed weerleggen. En dat is nodig om de jury en het publiek aan je kant te
krijgen.
Al deze vaardigheden
kun je leren door je in de voors en tegens van een bepaald onderwerp te
verdiepen. Sterker nog, er wordt van je verwacht dat je een onderwerp zowel
voor als tegen kunt beargumenteren, ook al ben je in je hart tegen. Dit is in
het begin knap verwarrend, maar blijkt uiteindelijk toch zeer waardevol, omdat
je niet alleen redeneert vanuit wat je zelf vindt, maar ook leert begrijpen waarom
iemand anders een andere mening is toegedaan en daar vervolgens op kunt
vooruitlopen.
Het is dus belangrijk
dat jullie je een mening kunnen vormen over een onderwerp en deze goed onder
woorden kunnen brengen. En nog belangrijker is dat jullie je mening kunnen
onderbouwen met relevante argumenten. Iedereen heeft een mening, maar een goede
luisteraar stelt daar direct de juiste vragen bij. Daarom gaan wij in de lessen
Nederlands behorende bij het project Itali‘ flink oefenen. Want debatteren is
leuk om naar te kijken, maar nog leuker om te doen! In een debat kun je lachen,
idee‘n opdoen en erachter komen wat goede en minder goede argumenten zijn. Wie
veel debatteert doet veel kennis op, maar wordt ook steeds beter in
overtuigingskracht en dat heb je later hard nodig. Dat wisten de oude Grieken
en Romeinen al, die op hun scholen jonge mensen met debatten wilden klaarstomen
voor een succesvolle loopbaan.
Het debatteren is
begonnen bij de Grieken met Socrates. Socrates, die zelf overigens nooit een
letter op papier heeft gezet, maakte er een sport van om door middel van een
slim vraag- en antwoordspel de Atheense mannen te laten zien hoe weinig ze
eigenlijk van bepaalde onderwerpen afwisten. Hiermee wekte hij zoveel irritatie
op bij zijn gesprekspartners dat hij uiteindelijk ter dood is veroordeeld.
Na Socrates werd het
eigenlijk alleen maar interessanter; er waren namelijk twee groepen debaters die tegengestelde idee‘n
hadden over waar een debat over ging. Aan de ene kant stonden de sofisten;
volgens hen hangt de waarde van een argument af van de impact op je publiek.
Mooie woorden, emotie en overdrijving; alles werd uit de kast gehaald om het
publiek maar aan je kant te krijgen. Aan de andere kant stond Plato, die moest
hier niets van hebben. Het debat ging niet om gelijk krijgen, maar om gelijk
hebben. Alleen voldoende wijze
mensen(vaak mannen) mochten deelnemen aan het debat. De rest kon beter
luisteren totdat het voldoende wijs was. Een discussie stond in het teken van
het blootleggen van 'de waarheid'.
De Romeinen gingen
pas echt serieus aan het werk met debatteren en dat deden zij niet slecht.
Cicero wordt wel gezien als de beste Romeinse debater. Met zijn verbaal talent
(en het geld en de contacten van zijn vrouw) werkte hij zich op tot een van de
belangrijkste mannen van het Romeinse Rijk. Cicero was overigens een debater
met wie het niet goed afliep. Na een machtswisseling werd hij vermoord door
zijn politieke vijanden.
Hoe serieus de
Romeinen het vak van redenaar namen blijkt wel uit 'Quintillianus' meesterwerk
'De opleiding tot redenaar'. Hierin beschrijft hij niet alleen de vaardigheden
en technieken die een debater nodig heeft. Hij begint bij de geboorte van een
kind en beschrijft uitvoerig hoe zijn ouders hem moeten opvoeden en in wat voor
gezelschap kinderen moeten verkeren. Het zal je maar gebeuren...
Nederland is
wereldwijd beroemd om de praatcultuur. Vanuit de hele wereld zijn staatsleiders
in de jaren negentig naar Nederland gekomen om kennis te maken met het beroemde
Nederlandse poldermodel. Maar of er nou echt wordt gedebatteerd in Nederland...
Een debat is namelijk
niet hetzelfde als 'gewoon wat praten' of 'een beetje discussi‘ren'. Volgens de
Dikke van Dale is en debat een 'aan regels gebonden discussie'. Dat is ook
gelijk een eerste kenmerk van een debat; Een debat kent vaak regels waar de
debaters zich aan kunnen houden.
Dat kunnen spelregels
zijn die iets zeggen over hoe lang een debat duurt en in welke vormen wordt
gedebatteerd, maar ook gedragsregels, die van de deelnemers een bepaalde
etiquette vragen en inhoudsregels over bijvoorbeeld de kwaliteit van
argumenten.
Het belangrijkste
kenmerk van een debat ligt hem echter niet zo zeer in de regel, maar meer in
het doel van een debat. In een debat zijn altijd drie partijen aanwezig: voorstanders,
tegenstanders en een derde partij die overtuigd moet worden. Dat kan een jury
zijn, maar bijvoorbeeld ook een publiek of een rechter. Het belangrijkste aan
een debat is dan ook dat je voortdurend in de gaten houdt wie je nu eigenlijk
aan het overtuigen bent en hoe je dat het beste kunt doen.
Tips van ervaren
debaters:
-
ondersteun
je woorden met gebaren
-
gebruik
goed het volume van je stem
-
maak
gebruik van lichaamstaal
-
een
persoonlijke ervaring kan je betoog kracht bijzetten
-
zorg dat
je de steun van je publiek krijgt
-
je mag
een ander onderbreken in zijn betoog
-
onderbouw
je argumenten niet met teveel feiten en cijfers
-
goed
luisteren helpt om overtuigender te reageren
-
gebruik
humor
De populairste vorm
van het debat in Nederland is het Lagerhuisdebat. Deze debatvorm herken je aan
de volgend kenmerken:
1. De opstelling in een debat doet denken aan het
Engelse Lagerhuis. De debaters nemen tegenover elkaar plaats op niet al te
grote afstand, je moet elkaar als tegenstanders kunnen 'ruiken'.
2. De jury neemt achter een tafel plaats met goed
zicht op de debaters. De voorzitter staat in het midden en verdeelt de betogen
over beide teams. Het publiek neemt plaats achter de debaters;
3. De stelling bijvoorbeeld 'Scholen moeten ook
op zaterdag lesgeven' is van tevoren bekend, zodat de debaters zich kunnen
voorbereiden. Elk debat is in feite een test van de houdbaarheid van de
stelling, dan wel van de argumenten die voor of tegen de stelling worden
aangevoerd.
4. De deelnemers hebben de rol van voor- en
tegenstanders van de stelling ongeacht je eigen mening. Je rol wordt door
loting bepaald. Als je voor een stelling bent, dan ben je het eens met de
inhoud ervan en is het je taak om de stelling te verdedigen. Als je tegen een
stelling bent, dan ben je het oneens met de inhoud en val je de stelling aan.
Met andere woorden: in het eerste geval pleit je voor de stelling en in het
tweede geval pleit je tegen.
Debaters
moeten zich leren inleven in standpunten. Inlevingsvermogen is immers een belangrijke
eigenschap van overtuigende debaters. Zou je alleen conform je eigen mening
debatteren, dan bestaat het risico dat je emotionele betrokkenheid bij het onderwerp je minder gevoelig maakt
voor de tegenargumenten.
5. Voor het debat is een beperkte spreektijd
ingeruimd. Na vijf of tien minuten tikt onvermijdelijk de klok de laatste
seconden weg ('vijf, vier, drie, twee, ˇˇn, stop,' roept het publiek). Debatten
zouden anders eindeloos kunnen duren. Iedereen krijgt de kans om ˇˇn of meer
argumenten naar voren te brengen. De voorzitter geeft aan wie er mag spreken.
Als je het woord hebt gekregen, komt het erop aan om te 'vlammen'. In de
ˇˇn-op-ˇˇn debatten bepalen de debaters zelf wie er aan het woord is.
6. Wie spreekt, vragen stelt of interrumpeert,
die staat. Zo val je meer op, kun je de toehoorders beter aankijken, gebruik
maken van gebaren, enz.
7. De voorzitter is 'heilig'. Omdat in een debat
weinig spelregels voor wie wanneer an het woord komt, is het belangrijk dat een
voorzitter de orde handhaaft. De voorzitter geeft en ontneemt debaters het
woord en kan niet worden
tegengesproken.
8. Na afloop is er een jury-oordeel over wie het
debat heeft gewonnen. De jury hanteert daarvoor vaste criteria. Debaters mogen
van de jury verwachten dat zij hun eigen mening geen rol laten spelen. Een
jurylid beoordeelt het steekspel tussen de partijen, maar is zelf geen partij.
De jury zegt niet alleen wie wint en verliest, maar vertelt ook waarom. Een
sportieve debatregel luidt: de jury heeft altijd gelijk. Wat er ook gebeurt,
debatteren blijft een spel.
Alvorens wij zelf
echt aan het werk gaan, krijg je tijdens de les Nederlands een lesboek
uitgereikt, waarin wij de volgende hoofdstukken gaan doornemen:
Waarom is debatteren
goed voor je?
De debatvormen
Overtuigend
argumenteren
Aansprekend presenteren
Een sterke strategie
Pas op voor
debattrucs
Goede stellingen
Het oordeel van de
jury
Debatteren is
teamwork
De competitie
Tien gouden regels
voor elk debat
Oefeningen
jongerendebatwebsites:
opwegnaarhetlagerhuis.hyves.nl
opwegnaarhetlagerhuis.vara.nl
debatplaats.vara.nl
websites met
achtergrondinformatie (een greep):